Omschrijving speel- en zingniveau bij Huismuziek
INSTRUMENTALISTEN

Beginnend (niveau 1)
Je speelt een zorgvuldig geselecteerd eenvoudig repertoire dat binnen je technische mogelijkheden valt. Het lukt je om door te spelen zonder al te vaak te stoppen. Je hebt (vrijwel) geen ervaring met samenspelen. 

Goede Beginner (niveau 2)
Je speelt eenvoudig repertoire met niet te veel technische moeilijkheden en zonder ingewikkelde ritmes zoals triolen, syncopen, overbindingen en maatwisselingen. Je hebt enige samenspelervaring, kunt redelijk goed zelfstandig tellen en in de maat blijven. Bij het samenspelen van niet te moeilijk repertoire maak je geen grote fouten meer en je kunt zo nu en dan ook op anderen letten. Snelle delen speel je meestal wat langzamer. Op je instrument beheers je tenminste 2 kruizen en 2 mollen. Je vindt het prettig samen met anderen dezelfde partij te spelen.

Gemiddeld (niveau 3)
Je bent vertrouwd met niet te moeilijke delen van het standaardrepertoire. Je speelt redelijk zuiver en besteedt tijdens het samenspelen aandacht aan samenklank, dynamiek en frasering. Meestal klinkt wat je speelt goed en je kunt direct van blad lezen. Op je instrument kun je tenminste 4 kruizen en 4 mollen spelen. Swingende ritmes, syncopen en maatwisselingen vormen geen grote problemen. Je speelt regelmatig samen en kunt redelijk tot goed zelfstandig een partij spelen.

Gevorderd tot zeer gevorderd (niveau 4)
Je kent veel muziek uit het repertoire van je instrument in verschillende stijlen, en voor verschillende combinaties van instrumenten. Wat je speelt klinkt fraai. Bij het spelen vertrouwen je partners zonodig op je. Je kunt direct van blad spelen en besteedt dan al aandacht aan nuancering, frasering e.d. Je kunt heel goed zelfstandig een partij spelen en hebt veel samenspeelervaring. Je speelt virtuozere muziek.

Professioneel of vergelijkbaar niveau (niveau 5)

ZANGERS
Beginnend (niveau 1)
Je zingt een eenvoudig bekend muziekstuk (bijvoorbeeld een volkslied) dat binnen je stemtechnische mogelijkheden en bereik valt. Het lukt je om dat zelfstandig te zingen zonder te stoppen. Je hebt geen of weinig ervaring met zingen, alleen, in een koor of in een ensemble.

Goede Beginner (niveau 2)
Je zingt een bekend muziekstuk dat binnen je stemtechnische mogelijkheden en bereik valt. Het lukt je om dat zelfstandig, dus zonder begeleiding, zuiver en ritmisch te zingen zonder te stoppen. Je hebt ervaring met het samenzingen, kunt zelfstandig tellen en in de maat blijven en zo nu en dan ook op anderen letten. Je hebt een goed toongeheugen en beschikt over de basale zang- en ademtechniek.    

Gemiddeld (niveau 3)
Je zingt een onbekend eenvoudig stuk van het blad; ook kun je een ritme zelfstandig tikken en uitzoeken. Je bent in staat om zelfstandig een partij in te studeren. Je kunt ook moeilijkere passages stemtechnisch aan, bijvoorbeeld snelle noten of grote sprongen. Je bent bekend met toonsoorten met tenminste 2 kruizen en 2 mollen. Je vindt het prettig samen met anderen dezelfde partij te zingen en je hebt een uitstekend toongeheugen. Je zingt redelijk zuiver en besteedt tijdens het samenzingen aandacht aan samenklank, dynamiek, frasering en uitspraak.

Gevorderd tot zeer gevorderd (niveau 4)
Je kent veel koormuziek in verschillende stijlen en in verschillende bezettingen. Wat je zingt klinkt mooi en muzikaal. Je bent in staat om zelfstandig en solistisch een stempartij te zingen in bijvoorbeeld een 4- of 5-stemmig madrigaal. Medezangers kunnen zo nodig op je steunen. Je kunt direct van blad zingen tot 4 kruizen en 4 mollen. Swingende ritmes, syncopen en maatwisselingen vormen geen grote problemen. Je zingt regelmatig samen.

Professioneel of vergelijkbaar (niveau 5)