Omschrijving speel- en zingniveau bij Huismuziek
Huismuziek hanteert 4 niveaus. Aan de hand van de toelichting bepaal je welk niveau bij je past. Je instelling is uiteraard ook van belang. In een setting van samenspel of - zang zijn verschillende rollen te onderscheiden. De één neemt het voortouw, de anderen volgen of ondersteunen. In deze dynamiek zijn een open houding, aanpassingsbereidheid, goede communicatie en het nemen van je eigen verantwoordelijkheid (zowel van tevoren als ter plekke) belangrijk.

Voor INSTRUMENTALISTEN

BEGINNER (niveau 1)
•    Ervaring: Je hebt nog niet veel ervaring op je instrument. Je hebt een paar jaar les of je hebt je instrument recent weer opgepakt. Samenspelervaring heb je niet of nauwelijks. Als je samenspeelt ben je vooral bezig met je eigen partij en heb je nog weinig oor voor de overige stemmen.
•    Techniek: Je bent bezig met het aanleren van de basis, zoals bijvoorbeeld het produceren van een stabiele toon (blaasinstrumenten), strijktechnieken (strijkers), vingerzettingen (toetsenisten en strijkers) en niet te moeilijke ritmes. Je bent nog niet veel bezig met muzikale expressie, maar vooral met noten en ritmes. Je kunt nog niet goed van blad spelen. Stukken instuderen doe je bij voorkeur onder leiding van een docent.
•    Repertoire: Je speelt niet al te moeilijke stukken op je instrument in een gematigd tempo en je probeert die zo mooi mogelijk te laten klinken. Je speelt voornamelijk binnen een beperkt bereik op je instrument.
•    Doelen: Je wilt vertrouwder raken met je instrument, een stabiele techniek ontwikkelen en je repertoire uitbreiden. Je wilt graag samenspelen en daar verder in komen.

GEMIDDELD (niveau 2)
•    Ervaring: Je speelt al meerdere jaren en bent vertrouwd met je instrument. Je hebt een solide basistechniek en je hebt al wat ervaring in samenspel, bijvoorbeeld in een ensemble of orkest. Je bent in staat om een dirigent of ensembleleider te volgen.
•    Techniek: Je bent bekend met de meeste toonladders en hebt vrijwel alle noten onder controle op je instrument. Je hebt basiskennis van akkoorden en aandacht voor harmonieën in een stuk. Je kunt niet al te moeilijke stukken redelijk goed en mooi spelen en je besteedt al wat aandacht aan frasering, articulatie en dynamiek. Ritmisch ben je in staat om bijvoorbeeld een syncoop en een triool te spelen en zelfstandig te tellen.  Als je samenspeelt ben je in staat om te luisteren naar andere spelers en heb je aandacht voor samen inzetten en dynamische verschillen binnen het ensemble. Een niet al te moeilijk stuk speel je van blad. Een stuk van gemiddelde moeilijkheidsgraad studeer je in zonder hulp van een docent en je kunt je eigen fouten corrigeren.
•    Repertoire: Je speelt stukken van gemiddelde moeilijkheidsgraad met variatie in tempo, dynamiek en technische uitdagingen. Je bent in staat om in een ensemble zelfstandig een partij te spelen en je raakt er niet snel uit.
•    Doelen: Het leren kennen van nieuw repertoire, het vergroten van je muzikale expressie en je techniek en het ontwikkelen van meer zelfstandigheid in je spel. Meer ervaring opdoen in samenspel.

GEVORDERD (niveau 3)
•    Ervaring: Je speelt al veel jaren en je hebt een goede technische beheersing van je instrument. Je bent in staat om mooi, expressief en dynamisch te spelen. Je hebt veel ervaring in samenspel en voelt je daarin comfortabel. Je deinst niet terug voor een solo en gaat graag een muzikale en technische uitdaging aan.
•    Techniek: Je speelt lastige stukken met zelfvertrouwen en precisie. Je hebt goede ritmische vaardigheden en bent bekend met onregelmatige maatsoorten. Je bent in staat om uitdagend repertoire zelfstandig in te studeren. Als je samenspeelt ben je een betrouwbare speler en je focus ligt op het samen musiceren. Je hebt aandacht voor harmonieën, muzikale lijnen, samenklank en zuiverheid. Je bent gewend om met een (eigen) ensemble concerten te geven.
•    Repertoire: Je speelt een divers repertoire met aandacht voor articulatie, dynamiek, expressie en zuiverheid.
•    Doelen: Nog meer ervaring opdoen in samenspel. Het uitbreiden van je techniek en het vergroten van je expressieve vaardigheden op je instrument. Nieuw repertoire en/of stijlen leren kennen en daarin de verdieping zoeken.

PROFESSIONEEL (niveau 4)

Voor ZANGERS

BEGINNER (niveau 1)
•    Ervaring: Je hebt interesse in (samen) zingen, maar nog geen zangles gehad. Je kan voor jezelf bekende liedjes goed zingen, maar hebt niet eerder in een koor of ensemble gezongen.
•    Techniek: Je kunt goed melodieën onthouden en aanleren door te luisteren, maar je kunt nauwelijks van blad lezen. Je kan een melodielijn volgen op bladmuziek, maar niet zelf alle noten treffen. Je kan in de basis een ritme begrijpen.  N.B.: Als je geen noten kunt lezen kun je alleen meedoen aan cursussen waarbij je de muziekstukken o.l.v. de docent instudeert tijdens de cursus.
•    Repertoire: Je zingt eenvoudige melodieën, vaak met een beperkte omvang in een rustig tempo en probeert dat zo mooi mogelijk te doen.
•    Doelen: Vertrouwd raken met je eigen stem en je vocale technieken als ademhaling, articulatie en uitspraak vergroten en je muzikale en ritmische vaardigheden uitbreiden. Leren luisteren naar anderen en meer ervaring opdoen in samen zingen, in een vocaal ensemble of koor. Daarnaast bekender raken met het notenschrift en solfège.

GEMIDDELD (niveau 2)
•    Ervaring: Je hebt ervaring met zingen in een koor of een vocaal ensemble. Je hebt zangles of zangles gehad en/of je hebt stemvormingslessen of stembevrijdingsworkshops gevolgd.
•    Techniek: je hebt een redelijk goede stembeheersing en basistechniek en je kunt zuiver zingen. Je weet het verschil tussen majeur en mineur en je hebt aandacht voor de harmonieën en andere partijen in een stuk.  Ritmisch ben je in staat om bijvoorbeeld een syncoop of triool te zingen. Niet te moeilijke partijen zing je mooi en je kunt luisteren naar je medezangers in een koor en je stem daarin voegen. Je kunt werken aan dynamiek, frasering en expressie.
•    Repertoire: Je zingt stukken van gemiddelde moeilijkheidsgraad, zowel in een groep als solo, en je bent in staat om zelfstandig je partij in te studeren. In een klein vocaal ensemble kun je zelfstandig een partij zingen, maar je zingt het liefst met meerdere zangers een partij.
•    Doelen: Je wilt nieuw repertoire leren kennen en daarin werken aan muzikale expressie, stembeheersing, klankkleur, uitspraak en dynamiek. Je wilt meer ervaring opdoen in het samen zingen en je zelfstandigheid in een vocaal ensemble vergroten.

GEVORDERD (niveau 3)
•    Ervaring: Je hebt ruime ervaring als zanger, zowel solistisch als in een koor of vocaal ensemble.
•    Techniek: Je hebt een goede zangtechniek, waardoor je expressief en genuanceerd kunt zingen. Moeilijke ritmes zijn geen probleem voor je en je hebt goede kennis van algemene muziekleer en je kunt goed intoneren, ook in afwijkende stemmingen. Je zingt met zelfvertrouwen en je vindt het leuk om een partij solistisch te bezetten of om solo te zingen. Je kunt goed van blad zingen.
•    Repertoire: Je zingt moeilijker repertoire met aandacht voor articulatie, uitspraak, dynamiek en expressie. Je kunt zelfstandig een lastig stuk instuderen. Je bent vertrouwd met verschillende stijlen of je hebt je verdiept in een stijl en beheerst die goed.
•    Doelen: Je zoekt verdieping in repertoire en uitvoering. Je zingt graag in een kleiner ensemble met instrumentalisten en/of zangers. Je wilt je technische vaardigheden uitbreiden, nieuw en uitdagend repertoire en/of andere muziekstijlen leren kennen.

PROFESSIONEEL (niveau 4)

Als je twijfelt over je niveau neem dan contact met ons op! We kunnen specifieke vragen doorleiden naar onze docenten.